Wetgeving voor tentoonstellingen
Correcte wetgeving tentoonstellingen
In gevangenschap levende vogels en broedeieren van in gevangenschap levende vogels
Artikel 59
Voorschriften voor de verplaatsing van in gevangenschap levende vogels
1. Exploitanten verplaatsen in gevangenschap levende vogels met uitzondering van papegaaiachtigen alleen naar een andere lidstaat als aan de volgende voorschriften is voldaan:
a)sinds zij zijn uitgebroed of gedurende ten minste 21 dagen voor het vertrek hebben de dieren ononderbroken in een geregistreerde of geconsigneerde inrichting verbleven;
b)de dieren zijn afkomstig van koppels die geen klinische tekenen vertonen of aanleiding geven tot vermoedens van in de lijst opgenomen ziekten die relevant zijn voor de soort;
c)de dieren vertonen geen klinische tekenen of geven geen aanleiding tot vermoedens van in de lijst opgenomen ziekten die relevant zijn voor de soort;
d)indien de dieren de Unie zijn binnengekomen vanuit een derde land of een gebied of zone daarvan, zijn zij in quarantaine geplaatst overeenkomstig de voorschriften voor binnenkomst in de Unie in de erkende quarantaine-inrichting van bestemming in de Unie
;e)duiven zijn gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle en zijn afkomstig van een inrichting waar wordt gevaccineerd tegen infectie met het virus van de ziekte van Newcastle;
f)aan de relevante voorschriften met betrekking tot vaccinatie als bedoeld in de artikelen 61 en 62 is voldaan.
2. Exploitanten verplaatsen papegaaiachtigen alleen naar een andere lidstaat als aan de volgende voorschriften is voldaan:
a)aan de in lid 1 vastgestelde voorwaarden is voldaan;
b)de dieren zijn afkomstig van een inrichting waar gedurende de laatste 60 dagen voor het vertrek geen aviaire chlamydiose bevestigd is en waar, indien in de laatste zes maanden vóór het vertrek aviaire chlamydiose is bevestigd, de volgende maatregelen zijn genomen:
i)besmette vogels en vogels die waarschijnlijk besmet zijn, zijn behandeld;
ii)na voltooiing van de behandeling zijn zij negatief bevonden in laboratoriumtests op aviaire chlamydiose;
iii)na voltooiing van de behandeling is de inrichting gereinigd en ontsmet;
iv)ten minste 60 dagen zijn verstreken sinds de voltooiing van de onder iii) bedoelde reiniging en ontsmetting;
c)indien de dieren in contact zijn geweest met in gevangenschap levende vogels van inrichtingen waar in de laatste 60 dagen voor het vertrek aviaire chlamydiose is vastgesteld, zijn zij negatief bevonden in laboratoriumtests op aviaire chlamydiose die ten minste 14 dagen na het contact zijn uitgevoerd;
d)de dieren zijn geïdentificeerd overeenkomstig artikel 76 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2035.
Geel gedrukt staat dat de dieren zelf 21 dagen in het verblijf moeten zijn geweest. Verder staat er niets over de hokgenoten genoemd in deze tekst. de Quarantaine, om het zo maar even te noemen alleen voor de dieren geld die de grens over gaan.
Erik Apperlo
Voorzitter EE commissie Dierwelzijn en Diergezondheid.
Législation pour les expositions
Oiseaux captifs et œufs à couver d'oiseaux captifs
Article 59
- Exigences relatives aux mouvements d'oiseaux captifs et aux œufs à couver d'oiseaux captifsExigences relatives aux mouvements d'oiseaux captifs
1. Les exploitants ne déplacent des oiseaux captifs autres que des psittaciformes vers un autre État membre que si les conditions suivantes sont remplies :
a) depuis leur éclosion ou pendant au moins 21 jours avant leur départ, les animaux ont résidé sans interruption dans un établissement enregistré ou consigné ;
b) les animaux proviennent de troupeaux qui ne présentent pas de signes cliniques ou qui ne donnent pas lieu à des soupçons de maladies répertoriées concernant l'espèce
c) les animaux ne présentent pas de signes cliniques ou ne donnent pas lieu à des soupçons de maladies répertoriées concernant l'espèce ;
d) si les animaux sont entrés dans l'Union en provenance d'un pays tiers ou d'un territoire ou d'une zone de celui-ci, ils ont été placés en quarantaine conformément aux conditions d'entrée dans l'Union dans l'installation de quarantaine agréée de destination dans l'Union ;
e) les pigeons ont été vaccinés contre l'infection par le virus de la maladie de Newcastle et proviennent d'un établissement où la vaccination contre l'infection par le virus de la maladie de Newcastle est pratiquée ;
f) les exigences en matière de vaccination visées aux articles 61 et 62 ont été respectées
2. Les opérateurs ne déplacent les psittaciformes vers un autre État membre que si les conditions suivantes sont remplies
a)les conditions prévues au paragraphe 1 sont remplies ;
b)les animaux proviennent d'un établissement dans lequel aucune chlamydiose aviaire n'a été confirmée au cours des 60 jours précédant le départ et dans lequel, lorsque la chlamydiose aviaire a été confirmée au cours des six mois précédant le départ, les mesures suivantes ont été prises
i)les oiseaux infectés et les oiseaux susceptibles d'être infectés ont été traités ;
ii)à l'issue du traitement, les tests de laboratoire visant à détecter la chlamydiose aviaire se sont révélés négatifs ;
iii) les oiseaux infectés et les oiseaux susceptibles d'être infectés ont été traitésà l'issue du traitement, l'établissement a été nettoyé et désinfecté
iv) les établissements ont été nettoyés et désinfectés après l'achèvement du traitementau moins 60 jours se sont écoulés depuis l'achèvement du nettoyage et de la désinfection visés au point iii)
c)lorsque les animaux ont été en contact avec des oiseaux captifs provenant d'établissements dans lesquels la chlamydiose aviaire a été détectée au cours des 60 jours précédant le départ, ils ont présenté un résultat négatif aux tests de laboratoire pour la chlamydiose aviaire effectués au moins 14 jours après le contact
d)les animaux ont été identifiés conformément à l'article 76 du règlement délégué (UE) 2019/2035
Le texte jaune précise que les animaux eux-mêmes doivent avoir séjourné dans l'enclos pendant 21 jours. En outre, ce texte ne mentionne pas les compagnons d'enclos. La quarantaine ne s'applique, pour ainsi dire, qu'aux animaux qui franchissent la frontière.
Erik Apperlo
Président du Comité de l'EE sur le bien-être et la santé des animaux.
Wetgeving over het verplaatsen van vogels naar andere lidstaten.
Hierbij vindt u een algemene uitleg over de regels om als houder met “in gevangenschap levende
vogels” naar het buitenland te gaan (vb. tentoonstelling) of deze over te dragen naar een houder
in het buitenland (verhandelen).
De Europese dierengezondheidswetgeving (AHL) bestaat uit een basistekst ( verordening
2016/429) en een aantal bijkomende (gedelegeerde en uitvoerings-) verordeningen die deze
aanvullen en verder uitwerken.
Met betrekking tot verplaatsingen naar het buitenland is de belangrijkste tekst met de principes
en voorwaarden = gedelegeerde verordening 2020/688 (zie onze website).
Gehouden vogels worden in de AHL omgeschreven als “in gevangenschap levende vogels”. Dit zijn
alle vogels die niet gehouden worden voor voedselproductie.
Gelijk welke vogel die gehouden worden voor voedselproductie valt onder de definitie van
“pluimvee”.
In de AHL (in verordening 2016/429) is elke houder van dieren gedefinieerd als “exploitant” en
elke plaats waar dieren gehouden worden als “inrichting”. Deze bewoording geldt ook met
betrekking tot “in gevangenschap levende vogels”.
1. Context
Ten einde over geheel de Europese Unie de dierengezondheid te garanderen en geen ziekten te
verspreiden tussen Lidstaten, legt de AHL regels vast wanneer dieren (om gelijk welke reden)
verplaatst worden tussen Lidstaten.
Een belangrijk principe is dat de Lidstaat vanwaar de dieren vertrekken garanties geeft aan de
Lidstaat waar de dieren zullen toekomen en desgevallend ook de Lidstaten door dewelke de reis
verloopt.
Deze garanties worden gegeven onder de vorm van een dierengezondheidscertificaat dat wordt
afgeleverd door (de officiële dierenarts van) het FAVV na onderzoek van de dieren.
2. Dierengezondheidscertificaat voor “in gevangenschap levende vogels”
De voorwaarden om een dierengezondheidscertificaat voor “in gevangenschap levende vogels” te
bekomen, zijn terug te vinden in gedelegeerde verordening 2020/688: artikel 71.1 en artikel 59.
De voorschriften voor het opmaken van een dierengezondheidscertificaat voor “in gevangenschap
levende vogels” zijn terug te vinden in gedelegeerde verordening 2020/688: artikel 81 en artikel
91 (punt 1, c, en punt 2, c).
Voor terugkeer van “in gevangenschap levende vogels” na deelname aa n een buitenlandse
tentoonstelling gelden bijzondere voorschriften, zonder opnieuw te moeten certificeren – zie
verder onder punt 8.
3. De AHL laat niet toe dat“in gevangenschap levende vogels” verzameld worden voor certificatie.
De AHL laat niet toe dat “in gevangenschap levende vogels” verzameld worden op een locatie om
van daaruit (gezamenlijk) gecertificeerd te worden en verzonden te worden naar een
buitenlandse bestemming. De AHL geeft enkel een uitzondering voor het verzamele n van
hoefdieren en pluimvee (artikel 133 van verordening 2016/429).
De verplaatsing van “in gevangenschap levende vogels” moet rechtstreeks gebeuren ( artikel
126.2 van verordening 2016/429) tussen hun gewoonlijke verblijfplaats en de plaats van
bestemming.
4. Een gezondheidscertificaat bij elke houder thuis.
Uit punt 3 volgt dat de certificatie moet gebeuren bij elke houder apart op de gewoonlijke
verblijfplaats van deze vogels en dit binnen de 48 uur voor vertrek.
Bij elke houder thuis is dus minstens één certificaat vereist voor alle vogels op dezelfde
verblijfplaats die aan hetzelfde buitenlands evenement zullen deelnemen.
5. Is een gezamenlijke gezondheidscertificaat mogelijk?
Een gezamenlijke certificatie voor vogels van meerdere houders kan enkel onder de volgende
voorwaarde: de vogels moeten op éénzelfde locatie worden samengebracht en er verblijven
gedurende minstens 21 dagen en er verzorgd worden door één houder (exploitant).
Na 21 dagen kan deze plaats beschouwd worden als de gewoonlijke verbli jfplaats en in dat geval
kan die locatie (inrichting) als vertrekplaats beschouwd worden en kan hier de certificatie
plaatsvinden.
6. Gezamenlijk vervoer naar de bestemming.
Nadat de certificatie heeft plaatsgevonden, is een gezamenlijk transport mogelijk indien de
gezondheidsstatus van de dieren dezelfde is.
7. De voorwaarden voor het vervoer: vervoerder en vervoermiddel.
De AHL legt geen specifieke voorwaarden op aan de vervoerder van “in gevangenschap levende
vogels”, noch aan het voertuig waarmee het transport wordt uitgevoerd.
Onze vogels vallen onder “niet-commercieel” en zijn dus vrij van transportvergunning.
8. Terugkeer naar België na een buitenlandse tentoonstelling.
Een gezondheidscertificaat is 10 dagen geldig na de datum van ondertekening.
Wanneer de verplaatsing naar het buitenland een deelname aan een tentoonstelling is, laat de
AHL toe (artikel 71.2 en artikel 67, punten 3 en 4, van gedelegeerde verordening 2020/688 ) dat
“in gevangenschap levende vogels” met hetzelfde gezondheidscertificaat ter ugkeren naar hun
plaats van herkomst (naar België). Enkel voor deze vogels geeft de AHL die uitzondering.
De dierenarts die toezicht houdt op de tentoonstelling in het buitenland moet dan wel een
bijkomende verklaring opstellen op papier, dat aan het origi nele gezondheidscertificaat wordt
toegevoegd. Beide documenten moeten de dieren vergezellen bij hun terugkeer naar België.
Let erop dat enkel de dieren die vermeld zijn op het gezondheidscertificaat daarmee mogen en
kunnen terugkeren naar België.
Indien er vogels ontbreken (sterfte, verkoop, …), dient de dierenarts die toezicht houdt op die
tentoonstelling dit te vermelden op het attest.
Indien een Belgische houder of Belgische deelnemer op een buitenlandse tentoonstelling vogels
aankoopt, moeten zij in dat land geldig gecertificeerd worden om naar België overgebracht te
worden (zie wel punt 3 en punt 9).
9. Verkoop/Aankoop op een buitenlandse tentoonstelling.
Een tentoonstelling is in principe geen plaats om handel te drijven en om dieren uit te wisselen.
Een tentoonstelling kan geen plaats zijn waar wordt gecertificeerd omdat het een vorm van
verzamelen is en het opmaken van certificaten op een verzameling verboden is (zie punten 3 en 4).
Op een tentoonstelling kunnen wel contacten gelegd worden, maar de handel dient achteraf
gevoerd te worden tussen de houders onderling en desgevallend met certificatie (zie punt 4).
Indien bepaalde deelnemende “in gevangenschap levende vogels” op een buitenlandse
tentoonstelling toch verkocht worden en niet terugkeren naar België, dienen daarvoor de regels
gevolgd te worden die gelden in het land waar die tentoonstelling plaatsvindt.
Indien “in gevangenschap levende vogels” op een buitenlandse tentoonstelling aangekocht
worden en naar België komen, dient een aparte geldige certificatie plaats te vinden vanuit het
land van herkomst van deze vogels (zie punten 3 en 4).
10. Tentoonstelling in grensgebieden – BENELUX.
Artikel 139 van verordening 2016/429 laat toe dat Lidstaten onderling afspraken maken om
tentoonstellingen (en sommige andere niet commerciële evenementen zoals: recreatief gebruik,
sportieve en culturele evenementen, eigen trainingsvluchten met duiven…) in de grensstreek te
laten doorgaan zonder certificatie.
In Benelux-verband wordt momenteel aan een dergelijke afspraak gewerkt tussen NL, BE en LUX.
We proberen dit ook uit te breiden met Noord-Frankrijk en West-Duitsland